Opgravingen in Elst

Contactpersonenen Anita Berends en Wil Schulte.

Honderden hectares IJzertijd akkers (Celtic fields) ontdekt in Midden Nederland

Geschreven door Maja Kooistra
dinsdag, 02 december 2008

 

Tijdens de afronding van de laatste bladen van de geomorfologische kaart 1:50 000 van heel Nederland kwam een nieuwe, veel nauwkeuriger hoogtekaart van Nederland beschikbaar. Op deze nieuwe hoogtekaarten waren substantiële oppervlakten bedekt met karakteristieke raat-patronen.

De nieuwe geomorfische kaart is opgenomen met laseraltimetrie vanuit vliegtuigen, waarbij het echte aardoppervlak wordt gescand. Deze methode levert veel meer gedetailleerde informatie op van het reliëf dan voordien beschikbaar was. Bovendien hebben lasers geen last van bossen en ruwe vegetaties die het reliëf van het echte aardoppervlak verdoezelen, een groot nadeel van luchtfoto’s.

De karakteristieke raatpatronen horen bij de zogenoemde Celtic fields. Dit zijn karakteristieke IJzertijd akkers die aangelegd zijn tussen 1100 voor Christus tot 200 na Christus. Rondom deze akkers van ca. 30 bij 30m lagen wallen van ca. 20cm tot 80cm hoogte. De bestudeerde gebieden lagen echter op de Veluwe waar weinig van deze akkers verwacht werden. Deze waren vooral in de provincie Drenthe aangetroffen en gevonden met behulp van luchtfoto’s en men dacht dat ze voornamelijk daar aanwezig waren. De onderzoekers Maja Kooistra (ISRIC1) en Gilbert Maas (Alterra) waren hierdoor geïntrigeerd en hebben alle zandgronden in Midden Nederland bekeken op het voorkomen van deze patronen. Zij vonden ongeveer 1200ha gave Celtic fields in dit gebied en een veelvoud daarvan aan minder goed bewaarde of ontwikkelde Celtic fields. Slechts 136ha van deze gave Celtic fields waren bekend als zodanig. Daarnaast is nog ca. 335ha bekend uit archeologisch onderzoek van minder ontwikkelde Celtic fields, een fractie van wat er met deze nieuwe methode ontdekt is.

Op de Utrechtse Heuvelrug zijn veel van deze Celtic field patronen aangetroffen. In totaal is 324ha aan gave akkers geïdentificeerd, waarvan 75ha uit archeologisch onderzoek bekend was. Aan de zuidoostkant van onze heuvelrug tussen Leersum en de Blauwe Kamer zijn veel restanten van deze Celtic field patronen aangetroffen. Een deel is bij latere grondbewerkingen weg geploegd, ook is een deel verdwenen onder latere plaggendekken. Op de Laarsenberg gaan de restanten van deze patronen over in de graften, die even breed zijn als de vroegere Celtic fields. Dit is ook zo bij Ede en de Holterberg. In de Middeleeuwen zijn een aantal van deze Celtic fields aan elkaar gekoppeld volgens de hoogtelijnen, waarbij de ‘graften’ bewaard werden om erosie tegen te gaan. Maar het was altijd een raadsel waarom er ook hoge randen loodrecht op de hoogtelijnen voorkomen, ook op de Laarsen-berg. Nu wordt duidelijk dat dit ook restanten zijn van IJzertijd akkers, die om een of andere reden gespaard zijn gebleven.

Deze grote hoeveelheid aangetroffen IJzertijd-akkers heeft ook gevolgen voor onze inzichten over de Nederlandse bevolking voordat de Romeinen binnenkwamen. Volgens berekeningen die archeologen hanteren, kunnen zeker 10.000 mensen geleefd hebben van wat deze akkers opbrachten in midden Nederland. Het onder ouderen bekende verhaal uit de geschiedenisboeken dat ca. 300 voor het begin van onze jaartelling Bataven op houtvlotten Nederland binnenkwamen als ongeveer de eerste bewoners is zeker niet juist en dat de Romeinen bij binnenkomst in Nederland slechts ongeorganiseerde woeste barbaren tegenkwamen, ook niet. Er was hier een georganiseerde boeren-samenleving aanwezig waarvan de Romeinen voedsel kochten en waarmee ze handel dreven. De resultaten van dit onderzoek zijn afgelopen zomer gepubliceerd in het toonaangevende internationale archeologische tijdschrift: Journal of Archaeological Science no. 35(2008) 2318-2328.

Maja Kooistra, gastschrijver & donateur uit Achterberg

 

Opgraving in Elst

Geschreven door Anita Berends en Wil Schulte
vrijdag, 03 november 2006

 

 grafheuvel  

DE BODEM IN HET BOSJE te ELST UT.

Op donderdagochtend 19 oktober jl. werd een excursie aangeboden door de gemeente. De opkomst was groot, de uitnodiging bleek zéér gewaardeerd te worden.

Het onderwerp: Archeologische bodemvondsten in “het Bosje”.

We hadden ontzettend geluk. Juist dié ochtend werd er een fantastisch spoor blootgelegd aan de Franseweg west.

 “Al in de vroege ijzertijd, 800-700 jaar voor onze jaartelling, werd er gewoond op deze plek in Elst en omgeving…”, aan het woord is de heer P. Jongsten. Hij is projectmedewerker bij Archol BV. in Leiden.

Nadat er in 1990  proefboringen in het Bosje plaatsvonden, is er in de daarop volgende jaren verder bodemonderzoek gedaan door amateurarcheologen, o.a. door de werkgroep Archeologie Rhenen(de WAR).

Hierbij kwam veel interessante informatie naar boven, zoals sporen van woningen en diverse aardewerkscherven. Vooral Robine Mulder uit ons dorp heeft hierin een belangrijk aandeel gehad. Een zeer bijzondere vondst van haar was een bronzen armband, die zij aantrof in een vermoedelijke crematieplaats. Deze armband is nu te zien in de archeologiecollectie van museum Het Rondeel in Rhenen. De verwachtingen voor het nieuwe onderzoek waren dus hoog gespannen. Er werd door het gespecialiseerde bureau uit Leiden verder gewerkt o.a. op grond van de vondsten van Robine Mulder. Het terrein is grootschalig onderzocht en de vondsten zijn in kaart gebracht.

Als we gaan rondlopen, komen we eerst bij de sporen van een smeltwater dal ten westen van het hondenveldje aan de Schoolweg. Tijdens de laatste ijstijd (80.000 -10.000 jaar geleden) stroomde hier ’s zomers het smeltwater van de sneeuw vanaf de Heuvelrug naar de Rijn. (Er worden tijdens hier -de excursie- vragen gesteld door wijkbeheer, over het milieubodemonderzoek dat daar ter plaatse heeft plaatsgevonden sinds 1990, naar de vervuiling door de chemische/galvanische industrie van fa.Duke en Roks. Bij oud Elstersen is het bekend dat het daar “in de putten” en omgeving niet pluis was.. Inmiddels is er van de gemeente een bericht ontvangen dat de peilbuizen herplaatst zullen worden als de provincie daar opdracht toe geeft).

Op het “terrein van boer Scheele” (Franseweg 109), zien we nog meer sporen van vroeger tijden. Er is een huisplattegrond te zien in de vorm van de sporen van houten fundamenten (palen) van de woning van weleer. Verder zien we een ringsloot of “kringgreppel” van een grafheuvel. De deskundige legt uit hoe e.e.a. ontstaan zal zijn in diepere lagen. “Er wordt gezocht, afhankelijk van de graafresultaten, tussen de 60 en 90 cm. diep”.

Bij het smeltwater dal spreekt hij over: “opgedrukt landijs”, “esdekken” en andere voor het publiek onbekende archeologische termen. Je ziet in het bodemprofiel heel duidelijk de water”geul” nog lopen.

Bij de grafheuvelvindplaats gaat het om andere termen en vondsten.

Het betreft hier woonsporen die van veel latere datum zijn: zo’n 200 jaar na de jaartelling.

Als bewoners van de Heuvelrugzoom zijn wij in Elst enigszins bekend met grafheuvels, maar als je er zo dichtbij staat én je bekijkt de sporen van de “woonplattegrond” en de grafheuvelring, dan ben ik wel even stil.

 Hoe nu verder?

De wet op het erfgoed 1992 bepaalt dat bij het veranderen van een bestemming het erfgoed in de bodem niet alleen bekeken, maar ook beschermd moet worden.
Nu de sporen van de grafheuvel gevonden zijn wil de Rijksdienst niets liever dan doorzoeken. De gemeente Rhenen moet daar toestemming voor geven. Dat is afwachten of dat gebeurt.

“Wél zal er met de inrichting van het Bosje rekening gehouden moeten worden dat dáár die sporen zijn. Bovenop de grafheuvel zal het terrein zodanig (blijvend) ingericht dienen te worden, dat de bodem voor altijd toegankelijk blijft. Deze historische plek dient volgens de wettelijke regels “open” te blijven”, zegt Jongsten.

“Misschien met een monumentje, een pleintje met gedenkbord of een ander hekenbare plaatsaanduiding. De onderbodem dient dus intact bewaard te blijven en niet te worden bebouwd”.

Nadat de excursie ten einde is en iedereen met meer kennis en een mooie ervaring huiswaarts gaat, meten de medewerkers door en tekenen zij alles op.

Ook bodemmonsters worden meegenomen. Aan het gevonden materiaal is immers de exacte ouderdom van de bodemvondst te bepalen!

Aan het einde van de dag bedekt de sjofel alle onderzoeksgreppels weer met een laag zand: weg oude sporen.

Er wordt momenteel gewerkt aan een rapport en mogelijk ook aan voorlichtingsmateriaal, zodat inwoners uit Elst nog lange tijd kunnen napraten over “de Elster bodem in het Bosje in historisch perspectief”.

Indien u de uitstap in het veld heeft gemist en veel belangstelling heeft, kunt u bij de gemeente het rapport  “ELST – het Bosje, resultaten van een inventariserend veldonderzoek” inzien, bij Bjorn Uffing.

Ook de Werkgroep Archeologie Rhenen kan verdere informatie geven.
U vindt hen in de gemeentegids.

En nu maar hopen dat ons gemeentebestuur zorgt dat deze historische plek, een open/duurzame inrichting krijgt als historisch monument.

Namens Wijkbeheer, WIL SCHULTE